Voor een succesvolle bedrijfsvoering is een zakelijke en rationele instelling vereist, maar in familiebedrijven spelen in de onderstroom ook emoties, familieverhoudingen en vastgelopen patronen een rol en soms zelfs de hoofdrol. Dit kan leiden tot spanningsvelden en conflicten. Gelet op de karakteristieke eigenschappen van mediation, waarbij veel aandacht is voor het relationele, is mediation bij uitstek geschikt om deze spanningsvelden en conflicten te voorkomen of op te lossen.
Zie voor meer informatie over mediation voor familiebedrijven ook:
Voorbeelden van succesvolle mediations in familiebedrijven
Casus 1
Het betreft een familiebedrijf in handen van twee boers en een zus. De samenwerking tussen de broers enerzijds en de zus anderzijds stokt. De broers willen het bedrijf verkopen, de zus wil de onderneming voortzetten. De zus heeft echter niet de financiele middelen om de broers uit te kopen. Uiteindelijk komen zij via mediation tot een oplossing waarbij de zus een bedrijfstak overneemt en zelfstandig voortzet. De broers verkopen de andere onderdelen van de onderneming.
Casus 2
De directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een verwerkingsbedrijf van fruit komt te overlijden. De moeder, die nu alle aandelen bezit, heeft geen verstand van zaken. Zij wil de drie kinderen gelijk bedelen.
Ieder van de kinderen zet haar onder druk. Uiteindelijk wordt in mediation besloten om een holding tussen haar en de vennootschap te schuiven, waarin het bestuur wordt gevormd door de moeder, een in de vennootschap investerende en ondernemende zoon en een externe. Ondanks dat de moeder alle aandelen bezit – wordt bij gewone meerderheid besloten met daarbij als oogmerk de continuiteit van het bedrijf (in plaats van dividend voor de kinderen).
Casus 2
De directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een verwerkingsbedrijf van fruit komt te overlijden. De moeder, die nu alle aandelen bezit, heeft geen verstand van zaken. Zij wil de drie kinderen gelijk bedelen.
Ieder van de kinderen zet haar onder druk. Uiteindelijk wordt in mediation besloten om een holding tussen haar en de vennootschap te schuiven, waarin naast moeder een in de vennootschap investerende en ondernemende zoon en een externe zitting nemen in het bestuur, waarin – ondanks dat de moeder alle aandelen bezit – bij gewone meerderheid wordt besloten met daarbij als oogmerk de continuiteit van het bedrijf (in plaats van dividend voor de kinderen).
Casus 3
Twee directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) gaan met de financieel adviseur van hun BV een commerciele samenwerking aan, waarbij de adviseur ook investeert in de gezamenlijke start-up. Als die niet van de grond komt wil de adviseur van de BV zijn geld terug. De BV stelt zich op het standpunt daar niet toe gehouden te zijn, nu het een gezamenlijk avontuur betrof en ieder zijn eigen risico moet dragen. Beiden blijven echter afhankelijk van elkaar. In een mediationtraject besluiten partijen toch weer samen verder te gaan, waarbij heldere afspraken worden gemaakt. Ook over de risico-verdeling.